blog

gerwin de bruijn

Technisch Commercieel Adviseur

ventileren

geluid ventilatiesysteem: voorkomen is beter dan genezen

Regelmatig zie ik dat het geluidsniveau van een ventilatiesysteem te hoog is. In het voortraject is hier vaak weinig of geen aandacht aan besteed. Achteraf kan dit niet altijd eenvoudig en/of zonder hoge kosten worden opgelost. Beter is om hier in het ontwerp al rekening mee te houden.

Waar kun je van te voren rekening mee houden?
•    Het eigen geluid  van de warmteterugwinunit (WTW)
•    Uitstralingsgeluid via slangen/kanalen
•    Ventilatorgeluid door de kanalen (ventielen)
•    Stromingsgeluid
•    Het omloopgeluid (open opstelling op zolder)

geluid

installatiegeluid van de wtw

Elk mechanisch ventilatietoestel produceert geluid. Dit wordt kastuitstraling genoemd. Dit heeft te maken met het type ventilator of de ventilatoren en een kunststof of metalen behuizing. Dit is afhankelijk van de specifieke producteigenschappen van een toestel.  

Naast het geluid van het ventilatietoestel heb je ook het zogenaamde omloopgeluid. Het meest herkenbare omloopgeluid ontstaat bij de opstelling van het WTW-toestel op zolder. Via de open trapopgang wordt het toestelgeluid vanaf de zolder naar het verblijfsgebied getransporteerd. Om dit geluid te beperken is het goed om twee deuren te plaatsen tussen de opstellingsruimte en het verblijfsgebied. Dit betekent een gesloten trapopgang naar de zolder of een aparte opstellingsruimte met een deur waar het toestel en de luchtkanalen/geluiddempers zich bevinden. Dit advies staat ook beschreven in de ISSO publicatie 62. Als er sprake is van een open opstelling dan moet het omloopgeluid berekend worden zodat het installatie geluidsniveau in de verblijfsgebieden niet boven de 30 dB(A) komt.

 

Indien er een verblijfsruimte (slaapkamer) grenst aan de techniekruimte, dan moet er gekeken worden uit welk materiaal de scheidingsmuur bestaat. Hier moet vooraf allemaal al rekening mee worden gehouden. Zeer belangrijk om in deze fase al  de fabrikant er bij te betrekken die de kennis hierover heeft. Op deze manier ontwikkel je gezamenlijk  een zo comfortabel mogelijk binnenklimaat

slangen en kanalen

uitstralingsgeluid via slangen en kanalen

Voor de luchtaanvoer en afvoer van en naar buiten dient er altijd een thermisch geïsoleerd kanaal of slang te worden toegepast. In de praktijk wordt dit niet vaak toegepast waardoor er condensvorming kan optreden. Het geluid in de opstellingsruimte wordt niet alleen bepaald door de kastuitstraling van het ventilatietoestel. Het afstralingsgeluid van luchtkanalen in de opstellingsruimte mag niet onderschat worden.

De geluidsuitstraling van de veel toegepaste luchtkanalen met een geringe massa zoals een kunststof WTW-buis en een flexibele akoestische slang zijn in dit opzicht bijzonder kritisch en vaak zelfs leidend voor het geluid in de opstellingsruimte. Door te kiezen voor kanalen van metaal met isolatie wordt het geluidsvermogen in de technische ruimte aanzienlijk lager

 

 

 

 

 

 

 

Op de foto: spirokanaal voorzien van armaflex.

praktijk

voorbeeld:

Een ventilatietoestel heeft een kastuitstraling van 46 dB(A). Het geluid van de toevoerventilator is 60 dB(A). Gebruik je dan bijvoorbeeld kunststof buizen die 4 dB(A) dempen, dan heb je in de opstellingsruimte niet 42 dB(A) als hoogste geluid maar 56 dB(A). Vaak is dan ook het afstraalgeluid van buizen of dempers leidend voor het geluidsniveau in de opstellingsruimte.

ventilator

ventilator geluid door de kanalen (ventielen)

Ventilatorgeluid door de kanalen (ventielen)
Het door de ventilatoren veroorzaakte geluid zorgt niet alleen voor het toestelgeluid maar ook voor het geluid naar de toe-- en afvoerventielen. Zonder akoestische dempers is het geluidsniveau vanuit de ventielen te hoog. Daarom raden wij aan om de toevoer naar de woning en de afvoer van de woning naar het ventilatietoestel altijd uit te voeren met een akoestische slang. De lengte is afhankelijk van de kanaaldiameter.  Let er hier ook goed op dat elke toestel zijn “eigen” geluid heeft. Wat voor het ene ventilatietoestel een juiste akoestische slang kan zijn hoeft voor een ander toestel niet de juiste te zijn. Neem hiervoor altijd contact op met de fabrikant van het ventilatietoestel. De akoestische slang wordt gelukkig veel gebruikt. Dit type demper heeft de beste dempende eigenschappen van en naar de ventielen. De lengte van de akoestische slang moet minimaal 1 meter zijn bij een diameter tot en met 160 mm en bij 1,5 meter een diameter van 180 mm.

Aandachtspunt bij dit type demper is het uitstralingsgeluid. In de opstellingsruimte leidt het toepassen van een flexibele akoestische demper tot een geluidsniveau dat wel 6 dB hoger ligt dan de kastuitstraling. Een flexibele akoestische demper met een dikkere laag minerale wol (50 mm) kan hiervoor een oplossing zijn.

Het is bij het ontwerpen van een kanalensysteem in een woning heel belangrijk te kijken naar de grootte van de kanalen in combinatie met de luchthoeveelheid die er doorheen gaat. Als er teveel lucht door een kanaal gaat ontstaat er stromingsgeluid wat je hoort bij de ventielen. Voor de toevoer mag de snelheid niet hoger dan 3 m/s zijn. Voor de afvoer 3,5 m/s of 4 m/s. Nog beter is de maximale luchtsnelheid in de kanalen (aftakkingen) te begrenzen op 2,5 m/s.

advies

voorkomen is beter dan genezen

Alles samenvattend is een goede voorbereiding ten aanzien van het verwachtte geluidsniveau erg belangrijk. Het oplossen van problemen na oplevering kan leiden tot hoge kosten en is in sommige gevallen soms onmogelijk.

Wil u meer weten of hulp bij het ontwerpen van een goed ventilatiesysteem dan kunt u contact met ons opnemen. Ook onze advies afdeling is gespecialiseerd in het maken van geluidsberekeningen en het voorspellen van het te verwachten geluidsniveau in de verblijfsruimtes. Wij helpen graag mee in het creëren van excellente leefomgeving.